Willen hbo docenten die nu lesgeven, dus met recente ervaring, mijn boek gebruiken bij hun onderwijs? Met die vraag ben ik aan de slag gegaan. Via mijn netwerk heb ik vier docenten gevonden die op dit moment lesgeven op een hogere beroepsopleiding en die bereid zijn mijn manuscript te lezen en te beoordelen: Gilbert, Carla, Margaret en Marieke. Om de beoordeling te vergemakkelijken heb ik hen een vragenlijst gestuurd.
Hieronder volgen hun reacties en ook de reactie van Marcel Ham, hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Marcel heeft veel contacten in het hoger beroepsonderwijs.
Ik ben alle proeflezers dankbaar voor de moeite die ze hebben genomen.
Gilbert:
(Over de doelgroep van dit boek)
Dit boek kan voor meerdere doelgroepen interessant zijn:
Vanuit het perspectief van leken geeft dit boek een kijk in een ongeziene wereld, die maar weinig mensen kennen en zien. Het boek laat zien hoe drie personen hun ervaringen delen en erop reflecteren. Je krijgt respect voor de zwaarte waar mensen zich doorheen kunnen vechten.
Voor hbo docenten en studenten is dit boek belangrijk omdat het gaat over rauwe ervaringen en over verschillende rollen en perspectieven. Het aspect van het straathoekwerk gaat over een fundamentele vraag voor iedere student: “Hoe zou het zijn om hulp te verlenen zonder veiligheid te bieden?” Ook het aspect seksualiteit en het verleiden, wat er allemaal achter kan zitten, kan leerzaam zijn.
Voor hulpverleners is het verhaal over de interactie tussen Joop en Manon erg interessant. In feite zorgt de band tussen hen voor hun groei, meer dan de methodieken en de theorie dat doen. Of, anders gezegd, wat zorgt voor groei is dat er een basis is van vertrouwen en een relatie tussen Joop en Manon. “Het is de relatie die geneest”, zoals Irvin Yalom zegt.
Gilbert, docent ecologische pedagogiek aan de Hogeschool Utrecht. Hulpverlener bij Pluryn, een organisatie voor jeugdzorg en gehandicaptenzorg.
Carla:
(Over de doelgroep van dit boek)
Het is een inspirerend verhaal voor hulpverleners omdat die uit de handelswijze van Joop een paar belangrijke boodschappen kunnen halen: wezenlijk contact maken en geen 9 tot 17 aanpak. Vertrouwen geven en ergens aan bouwen. Structuur aanbrengen en een wens van je deelnemer als uitgangspunt nemen. Voor studenten Social Work is Joop de grote inspiratiebron!
Verder is dit boek goed te gebruiken voor docenten Social Work met specialisatie Ervaringsdeskundigheid (ED). Het manuscript heeft de thema’s in zich die bij deze specialisatie horen.
…Voor studenten Social Work met specialisatie Ervaringsdeskundigheid, vind ik dit boek een mooie inspiratiebron. Ze kunnen de verhalen van de drie personen herkennen en dan hun eigen verhaal ernaast leggen.
Ook is het boek goed bruikbaar bij studenten Social Work in de Zorg, omdat de presentietheorie er zo goed bij past (Andries Baart). Joop laat zien wat dit betekent in de uitvoering, echt present zijn.
(Over ervaringsleren en ervaringsdeskundigheid)
Binnen de Hogeschool Windesheim zit ik in een projectgroep van docenten die de leerweg ervaringsdeskundigheid ontwikkelt. We onderscheiden drie fasen: 1. Eigen ervaringen onder woorden brengen, 2. Laten zien wat je hebt geleerd van je ervaringen, 3. De eigen ervaringskennis inzetten om anderen te laten leren (didaktiek). Als die fasen zijn doorlopen is iemand ervaringsdeskundig.
Dit boek geeft een mooi voorbeeld van deze drie fasen van leren:
Joop is al deskundig en Manon is daarmee bezig. In Hoofdstuk vijf gaat het over het opdoen van die kennis. De link met de theorie wordt nog niet expliciet gelegd maar dat zou een docent wel kunnen doen! In Hoofdstuk zes zie je heel goed een ander thema dat hoort bij ervaringsdeskundigheid, namelijk je levensverhaal schrijven. Het gaat voor de studenten en de docenten Social Work dan om leren reflecteren op je eigen verhaal, inzichten opdoen, de patronen zien en verbanden leren leggen. Manon laat zien hoe ze familiepatronen gaat herkennen door haar contact met haar vader en halfzus. In Hoofdstuk zeven zie ik heel goed de kracht van leren van elkaar en in Hoofdstuk acht het thema weerbaar worden, het opbouwen van veerkracht en wat daarvoor nodig is.
(Ervaringen van de docent met beschadigende gebeurtenissen.)
Ik herken mezelf erg in alle drie verhalen, als dochter van een vader die mij en mijn zussen seksueel misbruikt heeft. Ik herken het streven om geen slachtoffer te willen zijn! De drie fasen van ervaring, ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid heb ik als docent doorlopen en nu geef ik supervisie en stagebegeleiding aan studenten Social Work die deze specialisatie Ervaringsdeskundigheid (ED) hebben gekozen.
(Over de auteur)
Ik vind het mooi om te lezen dat de schrijfster haar eigen verhaal en vraagstuk naast dat van Manon en Joop legt en een antwoord vindt en dat haar dankbaarheid naar Manon en Joop groot is. Dat is voor mij heel inspirerend omdat ik geen vrouwen ken van de leeftijd van mijn moeder die zo goed ontwikkeld zijn op thema’s als machtsmisbruik en daaraan zo goed woorden kunnen geven en theorie aan kunnen verbinden.
(Aanbevelingen)
Ik hoop dat dit boek uitkomt. Ik geloof sterk in het ervaringsleren. Echte verhalen vertellen en de studenten daarbij de theorie laten zoeken, daarvoor is dit boek heel geschikt!
De praktijk moet als uitgangspunt dienen voor studenten om de theorie te kunnen plaatsen. De theorie die mij aanspreekt is die van het systemisch denken en ‘de metafoor van de fontein’ in de theorie van Els van Steijn.
Carla van Gotum, docent aan de Hogeschool Windesheim, Social Work. Is gespecialiseerd als ervaringsdeskundige en geeft supervisie en stagebegeleiding aan studenten. Is lid van de Vereniging van Ervaringsdeskundigen.
Margaret:
(Over herstel)
Als ik in één woord het manuscript zou moeten benoemen, dan komen de woorden ‘levensecht’ en ‘breed’ in me op. Wat me na het lezen van het boek het meest is bijgebleven is dat het boek drie heel verschillende routes naar herstel laat zien, drie verschillende levens en generatieverschillen.
(Over jongerenwerk)
Vanuit mijn werk als hbo docent vind ik de stukken over het jongerenwerk en de wijze waarop Joop dat vorm geeft het meest interessant. Heel boeiend vind ik het begin van het verhaal over Manon.
Het jongerenwerk is nog steeds relevant, misschien wel meer dan ooit, zeker in de Amsterdamse situatie zoals ik die ken. Loverboys en -girls zijn minder in het nieuws maar natuurlijk nog steeds actief. Ik denk dat de #MeToo beweging grote veranderingen heeft gebracht voor veel meiden, maar zeker niet voor allemaal.
(Aanbeveling)
Ik zou dit boek aanbevelen aan de opleiding waar ik lesgeef, als illustratief verhaal. De docent zou dit dan in een beroepscontext moeten zetten.
Margaret Bakker, docent aan de Hogeschool van Amsterdam, Social Work.
Marieke:
(Over de opbouw van het boek)
De wijze waarop je jouw stuk illustreert met fragmenten uit brieven vind ik mooi gekozen. Je zou nog kunnen toevoegen wanneer op de tijdlijn er iets geschreven is.
Doordat je elk hoofdstuk afrondt met een vraag/vragen, rijg je het verhaal op logische wijze aan elkaar. De subtitels in je stuk vind ik zonder uitzondering zeer treffend gekozen. Ze spreken tot de verbeelding en passen goed bij de persoon waar het op dat moment in het stuk om gaat (Dansen op een vulkaan (Manon), Ik schreef wel 5 versies van mijn verhaal (jij), Als ik niet weet waar de wond zit kan ik geen pleisters plakken (Joop).
(Alternatieve titel) De zin ’Brokstukken van mijn zelfbeeld heb ik herschikt tot een nieuwe mozaïek’ (p.71) triggert mij heel sterk en vind ik (aangepast) zeer geschikt als titel voor jouw boek.
(De relevantie van het boek)
De onderwerpen die je beschrijft in dit boek zijn nog steeds relevant. Het punt dat mij het meest raakt is het verhaal van Joop, die uiteindelijk stuk loopt op de systeemwereld waar hij zich toe moet verhouden, terwijl hij de leefwereld voorop wil stellen. Er is momenteel steeds meer aandacht voor deze kloof.
(Over de auteur)
De persoonlijke verhalen, en de manier waarop ze door elkaar en naast elkaar lopen in jouw stuk, vond ik bijzonder om te lezen. Het is een moedige en kwetsbare keuze om -net als Manon en Joop- ook je eigen verhaal in te brengen. Daarmee laat je al een stuk van jouw visie op het werken in en met hulpverlening zien aan de lezer: het belang van het delen van ervaringskennis en dat een hulpverlener zich dus ook kwetsbaar op mag stellen. Dit vond ik ook het meest boeiende aspect aan jouw manuscript, naast het feit dat er vanuit 3 perspectieven geschreven is: ondanks de verschillende verhalen, raken dezelfde thema’s elkaar.
Marieke Gans, docent en coach Social Work aan de Hogeschool van Amsterdam, Faculteit Maatschappij en Recht.
Marcel:
Ik heb het manuscript van Ellen in één ruk uitgelezen. Erg mooie tekst. Ze neemt je helemaal mee in die drie levens, geeft veel psychologische en sociologische inzichten en roert en passant allerlei interessante discussies uit het sociaal werk aan. En dan ook nog handelingsperspectieven, en allemaal in een fijne transparante schrijfstijl. Sommige delen zouden naar mijn smaak korter kunnen, het deel over schrijven bijvoorbeeld, maar ik snap ook waarom het erin staat.
Marcel Ham, Hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Medewerker van Movisie, Landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken.