Via mijn netwerk heb ik twee jeugdhulpverleners gevonden die bereid zijn mijn manuscript te lezen en te beoordelen: Carmen en Anne-Marthe. Om de beoordeling te vergemakkelijken heb ik hen een vragenlijst gestuurd. Hieronder volgen hun reacties.

Ik ben de proeflezers dankbaar voor de moeite die ze hebben genomen.

 

Carmen:

(Over de opbouw van het boek)
Het boek houdt mijn aandacht vast van begin tot eind, ook doordat het een duidelijke opbouw heeft. De hoofdstukken volgen elkaar vlot op en elke keer gaat het eerst over Manon, dan over Joop en daarna over Ellen.
De combinatie van hen drieën, hoe ze elkaar hebben leren kennen, wat ze hebben meegemaakt en de verschillen en overeenkomsten hierin, past goed bij elkaar.

(Over hulpverlening en herstel)
Ik vind Hoofdstuk zeven en acht het meest boeiend. Hoofdstuk zeven omdat het interessant is om te lezen hoe iemand vanuit eigen ervaringen anderen kan helpen. En dat het ook belangrijk is om goed naar jezelf te kijken als hulpverlener. Want je kunt soms reageren of handelen vanuit jouw normen, waarden, perspectief of ervaringen. Het is belangrijk om een open houding en visie te hebben. Als je je kunt inleven in de jongeren met wie je werkt, komt dit het hulpverleningstraject ten goede.
Hoofdstuk acht vind ik interessant omdat je daar leest hoe Manon en Joop na een grote tegenslag de draad weer oppakken vanuit wat ze al geleerd hebben.

Een aantal zaken zijn me bijgebleven na het lezen van het manuscript: Voor alle drie personen speelt schrijven een grote rol (schrijven aan elkaar, schrijven om het trauma te verwerken). Ook de transformatie van Joop, van bendeleider naar iemand die zich voor 200% inzet voor jongeren en nooit iemand opgeeft, blijft me bij. En tot slot, dat de hulpverlening eigenlijk niet is ingericht om de echt complexe jongeren te kunnen bieden wat ze nodig hebben. Alles moet zo snel en zo kort mogelijk, terwijl het tijd kost om hun vertrouwen te winnen en een hulpverleningsrelatie op te bouwen.

(Over de auteur)
Ik vind het interessant om te lezen welke ervaringen de auteur allemaal heeft opgedaan, vanuit haar privéleven, maar ook uit haar opleiding en werkervaring.

(Aanbevelingen)
Ik zou dit boek aanbevelen aan de instelling waar ik werk en aan collega’s omdat het een interessante combinatie biedt tussen ervaringsverhalen en theorie. Er wordt een aantal keren verwezen naar interessante boeken. De begrippenlijst vind ik een goede toevoeging voor extra informatie.

Ik zou dit boek ook aanbevelen aan anderen, zoals mensen die met jongeren werken (jongerenwerk), mensen die studenten opleiden die later met jongeren gaan werken (docenten jongerenwerk), of aan ouders met kinderen in de puberteit.

Carmen van de Rakt werkt als orthopedagoge bij Orthopedagogisch Centrum Clara Fey in Sint Job in ’t Goor, België.

Anne-Marthe:

(Over de hoofdpersonen)
Het meest boeiende van dit manuscript vind ik de drieluik Joop, Manon, Ellen en de mate waarin zij vanuit verschillende rollen in het heden toch met elkaar verbonden zijn door ervaringen uit het verleden. En dat zij het vermogen tot zelfreflectie en groei hebben ontwikkeld. Als ik kijk naar de hoofdstukken in het boek, dan interesseert me ‘Stappen op weg naar herstel’ het meest.

(Over de auteur)
Ik vind het een meerwaarde hebben dat de auteur ook over zichzelf vertelt.

Anne-Marthe van Tijen is werkzaam bij Arkin, instelling voor Geestelijke Gezondheidszorg in Amsterdam, op de afdeling Jeugd en Gezin. Is ambulant werker met gezinnen waar geweld plaatsvindt. Heeft in het kader van jeugdpreventie diverse trainingen gegeven, o.a. KOPP/KOV trainingen voor Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen/ Kinderen van Ouders met Verslavingsproblematiek. Op dit gebied is ze ervaringsdeskundige.

Share This